‘Nicoooooo!!! What’up ese? Cómo estás madafaka?!’ 

 …

‘Awel…? Hoe was ’t daar beneeje? Vertel op man, ge weet hoe curieus dak ben!’

– ‘Euh…’

‘ ’T zal weeral goe geweest zijn! Ik zie het aan uwe kop, ge ziet er uit alsof ge gene platte kees in twee kunt shotten. Wadist? Herkent ge mij ni ofwa?’

 … ?

‘C’est moi, ton copain, uwe maat Big J.!’

– ‘Big Jay?’

<zucht> ‘Allé, ’t is weer van dat. Ed een peer oep oewen appel gekraaigen oefwa? ‘k Had het kunnen weten hé! Altijd ’t zelfde lieke met u: – “J’ke, ik ben er eventjes mee weg hé. Ik zie je sewes en dan breng ik wat straffe verhalen mee, goed? Ciaokes!” – Hopla, en tegen den tijd dak met mijn ogen geknipperd heb, is die van ongs weeral weg sé. Een dagske later sta d’ier terug, compleet choco en herkent ge mij ni. Uwen beste maat begot. ’t Is ni den eerste keer hé makker. We klappen van wel tingduzend keer, als ’t al ni méér is! Hebt ge weer aan den toverdrank gezeten ofwa? Of zijn de pretpillen nog ni uitgewerkt? Beetje van alletwee zekers? Peoples of Tomorrow noemt zich dat dan.’

– ‘Maar neen… enfin, ik denk het niet… ik… ik weet niet goed wat…’

‘Rustig, rustig. Ik ben ermee on ’t zwaenze maat. Das ons vader zijn idee, da memento gedoe. Ik ben daar ni echt voor te vinden maar ja, ge kent de Padre hé <knipoogt>. Gewoon kalm blijven, efkes goed asemen en dan zal ’t stillekes aan wel allemaal terugkomen. Kijk eens diep in mijn ogen?’

 …

– ‘Je-zus…?’

‘The one and only Jesús, amigo.’

– ‘J E Z U S ?!?’

‘Gestorven voor uw zonden kameraad. Aangename kennismaking. Nogmaals. En welkom thuis.’

“Everything you need is already inside”

Big J.

Ow-kay. Even terugspoelen. Het laatste dat ik mij kan herinneren zat ik gewoon rustig thuis tv te zien, niet? Of neen… ik was aan het chillen in onze dinges, allé, den dinges, hoe heet dat ding ook al weer…? Denk na, Nicola. Focus man, komaan! Ge weet niet waar ge zijt of hoelang ge hier zelfs al bent, en er komt hier net doodleuk één of andere langharige zot aanjoggen die beweert Jezus te zijn. En sorry dat ik het moet opmerken maar iemand heeft u uit uw kleren gelicht, bloot in een wit nachthemd gehesen en in een ijle doorschijnende ruimte zonder begin noch einde geteletransporteerd. Ok, ok, rustig blijven, er moet een rationele verklaring zijn. Wacht even… Aliens…? Focus man! JEEZES! 

Jezus staart mij aan. Hij ziet er wel uit als Jezus. Alleen… ja, anders. Niet echt uitgemergeld, droef en verslagen aan het kruis. Het enige kruis dat deze Jezus draagt, hangt rond zijn nek en is van goud. De Messias heeft nu meer iets van een Samoaanse surfgod met zijn enorme bodybuilderslijf. Lang goudbruin golvend haar tot over zijn massieve schouders, oorbel, getrimd ringbaardje, wit marcelleke, strakke afgewassen jeansshort tot boven de knieën, groene Nikes en holy fuck… tattoos! Mijn God, gans het lichaam van Christus staat vol met tattoos! Een zonsondergang met palmbomen en wat meeuwen op zijn rechterschouder. Op zijn werkelijk gi-gan-tische linkervoorarm, – serieus, daar knuppel je een volwassen olifant mee dood, eentje uit de Afrikaanse savanne, niet zo een kleintje uit India, – staat „Love will tear us apart” gekerfd. Op zijn hart lees je „One shot, make it count” en op zijn borstkas staat… neen dat kàn toch niet, jawel, toch wel… „Everything you need is already inside”. En dan zwijg ik nog over het arsenaal aan tribals en weetikveel waarmee zijn reuzachtig gespierde dijbenen en kuiten zijn beschilderd.

Ik droom. Dat is het, dat moet het wel zijn! Ik ben aan het dromen.


Je droomt niet, Nicola.

– ‘…?! Wat is dat? Wie spreekt daar?’

Padre, God de Vader, Atman, de Bron van Alles, Allah, de Ene, Brahman, JHWH, Jah, Elohim, de Onnoembare… we kunnen zo nog even doorgaan.

<Stilte>

Je bent dood, Nicola.

<Stilte>

– ‘Ik dacht het niet, neen.’

Wel… neen, technisch gezien is Nicola dood maar jij niet inderdaad want jij bent Mij en dus kan jij nooit sterven.

– ‘… Excuseer?’

Ik bedoel dat wat jij nu als jezelf ervaart slechts een droom is, een voorbijgaande herinnering aan een leven dat reeds een einde kende.

– ‘Aha! Dus ik ben toch aan het dromen!’

Neen, dat is niet wat ik bedoel, ik bedoel… <zucht> 

Bekijk het als een soort van overgangsfase. Je identificeert jezelf nog met je Aardse bestaan als Nicola. Maar spoedig zul je de volheid van wie je werkelijk bent ervaren, iets wat jouw menselijke concepten over het leven en jouw gepercipieerde identiteit ver overstijgt. Breek je hoofd er voorlopig maar niet over. Vertel mij, ben je gelukkig?

“Vertel mij, ben je gelukkig?”

JHWH

– ‘Ik denk het wel. Ik zou het moeten zijn althans. Al lijkt het menselijke streven naar geluk vaak op een hond die zijn eigen staart achterna jaagt, so close but no cigar. Mijn dagen melden zich alleszins aan met de belofte van volkomen maakbaarheid, totale vrijheid om ze naar mijn hand te zetten, te kneden naar wat mijn geest ook maar bedenken kan.’

En wat bedenkt jouw geest?

– ‘Mijn geest is een grote fan van de status quo. Het lijkt erop dat al wat zich kan blijven afspelen in de veilige geborgenheid van mijn zitkamer, zonder gevaar op enige beoordeling van buitenaf, steevast de voorkeur verdient op wat mij de deur uit krijgt. Ik heb er nu een paar jaar over gedaan, enkel en alleen om te achterhalen wat mijn hart sneller doet slaan, waar mijn passie ligt. Of ik die überhaupt wel had. En nu ik die gevonden denk te hebben, lijkt het onbegonnen werk, een ware sisyfusarbeid.’

Opnieuw leren dromen na je dertigste is dan ook geen sinecure. Het is een constante strijd tussen de maatschappelijke conditionering waar je tegen wil en dank van doordrongen bent geraakt – het pragmatisch realisme zeg maar, wat de meeste mensen geloven dat mogelijk is in de ‘echte’ wereld –, en de tomeloze ambitie en grenzeloze verbeeldingskracht van de onbevangen kinderdroom die al heel snel in de kiem werd gesmoord. Een strijd om het koningschap in de zetel van de geest. Falen bestaat enkel in een resultaatsgericht denken. De sleutel ligt in het plezier om de scheppende daad zelf.

– ‘Daar heb ik voldoende over gelezen, ja. Je moet genoegen nemen met wat je hebt, niet zozeer genoegen nemen maar vooral vreugde beleven in wat je doet, terwijl je afstand neemt van een eventueel doel dat je wil bereiken. De verwezenlijking van dat doel mag geen voorwaarde zijn voor je geluk. Niet winnen maar deelnemen is belangrijk. Of iets in die aard. Ik weet niet of dit wel klopt in onze resultaatsgeoriënteerde wereld. Alleszins niet voor wie in zijn eigen onderhoud moet voorzien. De boer schept toch ook slechts plezier in het zaaien van zijn akkers in de wetenschap dat hij er spoedig de vruchten van zal oogsten? En als ik mij soms miserabel voel in mijn dagdagelijkse beslommeringen om mijn leven met betekenis te spijzen, als het streven naar vervulling geen vervulling vindt in de bezigheid zelf, en ook die slechts een middel tot een doel blijkt te zijn, zoals erkenning, roem of geld, waarom dan dit zelfopgedrongen martelaarschap aangaan? Misschien moet ik dan toch beter gewoon iets om den brode doen, zoals iedereen. Het is trouwens hoog tijd dat ik mezelf terug op de arbeidsmarkt smijt, mijn geld raakt stilaan op.’

Dat is wat je geest, je verstand je wilt doen geloven. Speel op veilig, wees op je hoede, maak plannen, denk aan alles. Houd rekening met alle variabelen en externe factoren en jaag vooral je wildste dromen niet na want je zou wel eens kunnen falen. Net omdat hij je wilt behoeden voor pijn en tegenslagen gedraagt je verstand zich als een cipier, als de recensent van je leven. Maar daarmee verzaakt je geest ook aan zijn hogere natuur: jouw werkelijkheid te scheppen zoals die zich in je wildste dromen aandient. Dromen die voortspruiten uit de passie die je in je hart voelt voor iets of iemand. Kunnen denken is een troef, maar je door je gevoel laten leiden is een kunst. En wat dan nog als je op je bek zou gaan?

– ‘Maar wat als alle wegen leiden naar middelmatigheid? Bestaat geluk in het aanvaarden daarvan? Dienen grootse aspiraties niet beter vroegtijdig gefnuikt te worden, kreupel te worden gemaakt, alvorens de onvermijdelijke nederlaag en teleurstelling de ziel definitief lamleggen? En waar ligt de waarde van een heldenepos dat doorspekt is met leed, hartzeer en persoonlijke ontberingen, wanneer de prins pas op het einde aan zijn trekken komt? Was het niet de reis, niet de bestemming die telt?’ 

Relax kameraad. Vat het toch allemaal niet zo serieus op. Je bent als Superman met een Clark Kent complex. Je zou het leven wat minder moeten overpeinzen en meer moeten benaderen als een computerspel bijvoorbeeld. Heb je bij het spelen van een nieuwe videogame ooit faalangst gekend wanneer het onwaarschijnlijk was dat je als beginneling ooit tot in het laatste level zou geraken? Laat staan het spel zou kunnen uitspelen? Heb je als kind ooit gezegd “Sorry Mario, ik weet het, ik weet het, Princess Peach is wééral ontvoerd en Bowser dreigt haar andermaal vierkant te neuken én het Paddenstoelenkoninkrijk in één vuurspuwende adem te verwoesten maar vliegende champignons en boemerang werpende schildpadden zeg je? Een babydinosaurus als trouwe metgezel? Fuck dat. Vind maar een andere zot want dit is gekkenwerk!”?

– ‘Neen.’

“Sorry Mario maar dees gaan we ni doen. De groeten aan Luigi.”

no one. ever.

Inderdaad. Je hebt zulke spelletjes telkens met plezier gespeeld zonder je een enkele keer om het einddoel te bekommeren. Gewoon omdat je het leuk vond. Spelenderwijze werd je met vallen en opstaan beter en vaardiger. Waarom lukt je dat niet in je dagelijkse leven denk je?

– ‘Euhm… Omdat het leven geen computerspel is en ik niet Super Mario ben?’

Nochtans, alle zogenaamde ‘hippie- en new age boeken’ die je achter de kiezen hebt en alle spirituele meesters die je hebben geholpen bij je persoonlijke ontwikkeling, spreken van de wereld zoals jij die waarneemt als een illusie. Jouw perceptie van de werkelijkheid is slechts schijn en de mens is meer dan lichaam en geest. Jouw essentie, noem het je Ziel, Bron of wat dan ook, is onsterfelijk. Er is geen andere zin van het leven dan diegene die je er zelf aan wilt geven. 

– ‘Juist, de wereld is een speeltuin en het leven hoor je als een geschenk te beschouwen, één en al mogelijkheid om je eigen God-zijn te scheppen en te ontwikkelen zoals je wil.’ 

Nogal kort door de bocht maar ja, daar komt het ongeveer op neer. Als je dat gelooft, waarom zou je dan nog bang zijn?

– ‘Omdat ik dat wel wil geloven maar ik dat niet wéét. En dat is een hemelsbreed verschil.’

Weet je nog die kortstondige gedachte die je had toen je klein was, ’s morgens net wakker was geworden en je jezelf afvroeg “Wat als ik nu eigenlijk nog steeds aan het dromen ben, mijn leven lang al aan het dromen ben geweest, mijn ouders, broer en zus en alle mensen die ik ken, bijeen heb gedroomd en zo meteen wakker word in de hemel en besef dat mijn echte leven zich daar afspeelt”? 

– ‘Ja.’

Lekker geslapen? 

– ‘Grappig.’

Blijkbaar was je dan toch niet zo ver van de waarheid verwijderd. Of toch van een mogelijkheid. “The Dream Of Life” zoals de filosoof Alan Watts het stelde. Stel dat je de macht had om elke nacht, iedere nacht, een volledig mensenleven bijeen te dromen, wel bewust van het feit dat je die volle 85 jaar droomt tijdens een verkwikkende nachtrust van 8 uur. In dat geval zou je je nachten de eerste paar maanden vullen met dromen van een leven waarin je je wildste fantasieën in vervulling zou laten gaan. Paleizen, avonturen, orgieën, naam en faam en wat je maar wilt. Na verloop van tijd zou dit wat gaan vervelen en zou je her en der een verrassing inlassen, een aantal gevaren die je niet had voorzien om je droom zo wat minder voorspelbaar en spannender te maken. Dat zou opnieuw zo een tijdje kunnen doorgaan maar uiteindelijk zou je je zo ver wagen dat je dít leven zou dromen. Jouw huidige leven. Een droom waarvan de dromer bewust vergeten is dat hij ze droomt. Met als enige doel je diepste Zelf, wie je werkelijk bent, opnieuw te leren kennen, te herontdekken, te scheppen. Liefst tijdens de droom welteverstaan.

– ‘Ok, ok. Ik ben niet meer mee. U begon over Super Mario om even abrupt als naadloos over te schakelen naar de werkelijkheid als droom en illusie om… ja om wat? Om God te spelen in een virtuele wereld? Zulke computerspelletjes bestaan ook al hoor. Hoedanook, mijn leven voelt echt aan, het saldo van mijn bankrekening ook en met virtuele euro’s koop ik hier geen brood voor morgenvroeg.’

Wat ik wil zeggen is: wat houdt je tegen om te doen wat je graag wilt doen in het licht van deze achtergrond? Het is geen idee waarvan ik je kan of wil overtuigen. Ik probeer het niet te bewijzen. Speel met het concept, en ontdek de mogelijkheden die het biedt. Nu, wat houdt je tegen?

– ‘Mijn dood-zijn, tiens.’

Grappig. Het is niet de eerste keer dat je hier bent en het zal ook niet de laatste zijn.

– ‘Maar wat is het nut, waarom die schijnbaar eindeloze cyclus ondergaan?’ 

Om jezelf te bevrijden. Om los te komen van verleden en toekomst, eens en voor altijd. Maar ook en vooral omdat je dat wilt, omdat je geniet van het creatieve proces en de voldoening die erop volgt. En omdat je niet anders kan zolang je vindt dat je de Liefde hebt verraden. Je kan niet achterom blijven kijken en tegelijkertijd wachten, hopen op de dag dat je leven eindelijk een nieuwe start neemt. Wachtend op het grote Geluk. 

– ‘Blijft er dan niets over, God?’ 

Au contraire mon cher, niets gaat verloren. Jij en al jouw dierbaren zijn voor eeuwig verbonden doorheen jullie liefde voor elkaar. 

“Love is all”

Roger Glover and guests, 1974. And God.

Ik begin te draaien en te wankelen, begin al aan naamsverwarring te lijden, wie ik ben, wie ik was, alles begint te vervagen, ik voel de grond onder mijn voeten wegzakken en dan, net op tijd, reikt Big J. mij de hand. Hij is vreemd genoeg geen vreemde meer, ik heb hem precies altijd al gekend.

‘Kom Nico’ zegt Hij. ‘D’er zijn geen zorgen. We gaan den Bob efkes vragen of dat ’em nog nen boomstam wilt rollen. Daar wordt ge rustig van. Dien is trouwens ook nog ni van plan om terug te keren voor de moment, onzen Bob. Beetje ne lamzak als ge ’t mij vraagt maar soit, hij kan u alvast helpen om oewaage t’emancipere van mentale slovernij, gelijk dat ’em zegt.’

In de verte zie ik Bob Marley in een La-Z-Boy zitzak chillen. Jezus draait zich om en wandelt diens richting uit. Ik volg hem, een beetje beduusd. Op zijn rug zie ik nog een tattoo staan. In koeien van letters prijkt daar tussen zijn schouderbladen: ONE LIFE ONLY.

– Oh komaan gast…


(Visited 571 times, 1 visits today)

Leave A Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *