„Streel mij als een kat”, waren de eerste woorden die ze tegen mij sprak. 

Terwijl ze mij met de zwarte punt van haar staart hypnotiseerde met een dans zoals een mystieke fakir en zijn cobra die zouden dansen. Met haar satijnen huid en lichtbruine pijpenkrullen, ellenlange benen en twee billen zo stevig dat je er een walnoot mee kon kraken. Apenvoetjes en kooltjes in haar ogen zo donker dat ik er in verdwaalde. Tieten waar je een pasgeboren zuigeling voor zou ombrengen, zonder verpinken. Zij dreef me tot op de rand van de waanzin. En duwde me dan met haar tandpasta smile de afgrond in. De bevallige Lady Betty Belhour. 


Die bewuste avond droeg ze een smaragdgroen slangenkleed, dat ze als een tweede huid van zich zou afwerpen en zo twee Venuskuiltjes in haar onderrug zou blootgeven. 

Ze droeg drie teenringen die ze uitdeed voor ze het water in gleed. Ze liet zich meevoeren met de stroming en speelde gulzig met de golven.

De zeeparels op haar naakte lichaam glinsterden in het schijnsel van de volle maan. Het licht van de sterren was hemels en iedere druppel omsloot het ganse universum. 

“IK BEN DE HINDUGOD GANESHA EN IK GA JE BERIJDEN ALS EEN RAT”

LADY BETTY BELHOUR

„Ik ben de Hindugod Ganesha en ik ga je berijden als een rat! Trrrrrrrrrrrrr…!” zei ze toen, terwijl ze deed alsof ze een drilboor vasthield. Ze smaakte naar perziken en champagne.

Het stond in de sterren geschreven dat we elkaar zouden ontmoeten. Zij was het antwoord van de Voorzienigheid op mijn tristesse contemporaine. Ze nam bezit van mijn lichaam en geest en zou mij nooit meer laten gaan.

Zij was mijn muze, een dansende nimf, de reïncarnatie van de drie Gratiën in eenzelfde lichaam. 

Zij was mijn soulmate, mijn beste vriend, mijn bruinoogbeertje.

Maandag. Rotdag. Somber en lusteloos. Net zoals het weer. Er lijkt iets in mij te zijn geknapt. Jou verliezen heeft iets kapot gemaakt. Onherstelbaar. Ik leef niet maar observeer mijn leven als een buitenstaander. En ik ben moe. Alles is aan het vervagen. Hoe het was, wie ik was met jou. Ik blijf mij vastklampen aan herinneringen die mij beletten om mijn leven nu te leven. Ze zeiden toch dat het gemakkelijker wordt eens je de knop hebt omgedraaid? Maar ik mis je eens zo hard en voel mij rot wanneer dat niet zo is. Want de dag dat ik je niet langer mis, is de dag dat ik je voorgoed kwijt ben.

Ik denk aan hoe mijn leven er nog maar een paar jaar eerder uitzag en word overspoeld door een vertrouwde vlaag van melancholie. Maar de gelatenheid die ik ervaar bij het doorbladeren van mijn eigen bestaan grijpt me bij de keel. Ik weet dat dit geen goed teken is. Ik wilde vrij zijn. Vrij om de stroom van mijn eigen leven te bepalen. Vrij om mij eraan over te geven en erdoor te laten meevoeren. En ik denk aan de lange weg die ik heb afgelegd. Het leed, het hartzeer en de persoonlijke ontberingen die mij tot dit punt hebben geleid. De tranendalen en de vreugdepieken die zich sneller maar even gewis opvolgden als het wisselen van de seizoenen. Zo verlang ik soms nog naar een tijd waar mijn twijfels veilig lagen opgeborgen achter het slot en grendel van mijn onderbewustzijn. Ik weet dat ik daarmee iets opzoek dat er misschien niet meer zal zijn, een verdriet dat al duizend keer geleden is, een reeds versteende pijn. Maar al werd de wonde gestelpt en sijpelt het bloed er nog maar zachtjes uit, op eenzame avonden kan ik het toch niet laten er wat zout over te strooien om te zien of het nog brandt. Dat doet het nog steeds, maar de ervaring verandert. Het wordt onpersoonlijker, alsof het een ander is overkomen. Ik kan niet langer wenen om het verlies dat ik heb geleden en dat het mijne niet meer is. Mijn hart bloedt. Het is maar een schram of een oud litteken en ik ben al lang vergeten waarvan. Misschien is het eenvoudigweg de herinnering aan simpeler tijden. 

Een heerlijke hersendode tijd! Een glórieuze tijd die de listige lokroep van mijn ‘first generation’ flatscreen tv verschoonde – heerlijk onuitputtelijke lichtbaken der verrijking -, met haar smaakvolle kookprogramma’s, uit het leven gegrepen realityshows, kunstminnende zang- en danswedstrijden en informatieve nieuwsbulletins. Toen de zuigkracht van mijn vijfmanscanapé het ruimte-tijd continuüm in de woonkamer nog tot buigen bracht. Toen twijfels gewoon in liters bier werden verzopen en onzekerheid nog diep verscholen lag onder metershoge valse eigendunk! Toen iedere vrijdag heilig was en er tenminste nog offers werden gebracht voor Bacchus, god van de wijn, de roes en de dronkenschap!… 

Ik zeg niet dat als ik de kans zou krijgen, ik mezelf terug in slaap zou wiegen. Slaapwandelend door het leven gaan heeft beslist zijn nadelen maar… FUCK ME! Oh My fracking God! Wat mis ik mezélf toch on-ge-loo-fe-lijk hard! Is het de leeftijd of begint heel dat bewustwordingsproces nu ook zijn tol te eisen bij de zoon van de illustere C. Le Nocturne? De rockchick die mijn wereld op zijn kop zette is inmiddels veganiste, ayurvedicaspecialiste, geheelonthoudster én ze kruipt vroeg in bed. Structuur is wat wij nodig hebben, zegt ze. En veel water drinken. High worden is voor losers, terminaal zieken en backpackers met een ukelele. Rock ’n roll dan weer voor delinquenten en marginalen die optreden voor een publiek van getrimde hipsters en goedkeuring knikkende 40plus advocaten met een poloshirt. De Brandenburgse concerten van Bach, dát is wat wij nodig hebben! 

“HIGH WORDEN IS VOOR LOSERS, TERMINAAL ZIEKEN EN BACKPACKERS MET EEN UKULELE”

Lady Betty belhour

Er zijn geen zekerheden meer. Vroeger dacht ik tenminste te weten wie ik was en dat was voldoende. Maar met elke stap die ik heb gezet sinds die bewuste avond, bijna zeven jaar geleden, is mijn oude ik een stille dood gestorven, zonder dat ik mij voortaan nog kan vereenzelvigen met de overledene.

“Kun je spreken van moord als je je oude zelf onbewust hebt vergiftigd met groentjes, yoga en mindfulness?”

En hoelang ben ik mijn eigen lijk eigenlijk al achter mezelf aan het slepen?

Ik kijk naar onze foto’s samen, een tijd reeds lang vervlogen en toch zo tastbaar, waren we daar nog maar. Jij bent altijd bij me. Kon ik maar terug bij jou zijn. Mijn lieve lieve Nicola…


„Boubeer!”

Ik schrik mij te pletter.

„Nu komen om de eerste pannenkoek te proeven!”

Daar heb je ze, mijn bevallige Betty Belhour 2.0. Ik vrees dat ik zal moeten ophouden met schrijven. Na de pannenkoek kruipen wij wellicht gezellig in bed, niet onder maar boven de wol want daar is het nu te warm voor, misschien al om 20.30u. want als je moe bent ben je moe en naar de klok kijken mag je niet, zegt ze. Je moet naar je lichaam luisteren.

R.I.P. moi

Unoriginal Animation Soundtrack

La licorne est elusive

Elle ne se montre que rarement, si jamais

Mais moi, j’en ai une qui dort dans mon lit

Chaque nuit

(Visited 1,231 times, 1 visits today)

7 Comments

  1. Bruinoogbeertje September 10, 2020 at 12:46 pm

    Boubeeeeeeeeer!
    Love you hihihihi ♡

    Reply
  2. Aline Coelst September 14, 2020 at 1:14 pm

    Wat ongelooflijk mooi geschreven. Ik herken haar in je woorden, ik herken jullie in je woorden, ik mis jullie door je woorden… Zo ver van hier bij mij nu, maar zo dichtbij in mijn hart❣

    Reply
    1. Nicola Vampa - Site Author September 15, 2020 at 11:21 am

      Dat vind ik een prachtig compliment Aline. Mijn hart was ook echt de plek waar de woorden vandaan kwamen. Rechtstreeks naar het jouwe = connection ♡

      Reply
  3. Kg September 15, 2020 at 6:48 am

    Tacocat! Ik sluit me aan bij de NY times so it seems.

    Reply
    1. Nicola Vampa - Site Author September 15, 2020 at 11:22 am

      Nice! Dank je Kg. Humo zal wel bijdraaien 🙂

      Reply
  4. Sonja Gilis November 5, 2020 at 3:53 pm

    Lady Betty Belhour, een plezier om je door haar te laten omturnen. Want lieve Nicola, jezelf verliezen doe je nooit in zo’n prachtrelatie, je kan er hooguit (tijdelijk) van ondersteboven zijn.

    Een pareltje van een tekst!

    Dikke zoen
    Sonja

    Reply
    1. Nicola Vampa - Site Author November 5, 2020 at 11:15 pm

      Dankjewel Sonja!

      Betty Belhour en ik sturen je dikke zoenen terug xxx

      Reply

Leave A Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *